- rondrijden
- {{rondrijden}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [rijdend een kring beschrijven] faire un tour2 [toeren] faire un tour (en voiture)3 [plaatsen in een kring bezoeken] faire le tour (de)II 〈overgankelijk werkwoord〉1 [met een voertuig rondleiden] promener (en voiture)
Deens-Russisch woordenboek. 2015.